Vandaag gaat het gebeuren…
Vandaag is het zo ver, Milan en ik vertrekken voor een klein weekje naar Wenen. Met het vliegtuig. In eerdere berichten was al te lezen dat vliegen voor mij een enorme stap is om te nemen. ik moet bekennen dat ik in mijn hele leven nog nooit zo bang voor iets geweest ben als vandaag. Ik was al grootgebruiker van Valdispert, maar dat is nu bijna verdubbeld, zeg maar.
Bijna vijf jaar geleden, in augustus 2011, vloog ik voor het laatst. We zijn naar Lissabon geweest. Van Lissabon weer terug naar Schiphol, kwamen we in een luchtzak terecht. Het duurde misschien 5 seconden, als het niet minder was, maar ik weet dat ik echt heel bang was. Het was een beetje dat achtbaangevoel, als je keihard naar beneden raast en dat gevoel in je buik krijgt. Ik zag mijn leven aan me voorbij flitsen. Ik weet nog dat de vrouw naast ons zat te lachen. Iedereen in het vliegtuig moest namelijk een beetje gillen en zij zat ‘ha ha, is maar een beetje turbulentie, joh’. Ja hoor, doe maar zo, mevrouw.
Sinds die ervaring durf ik niet meer te vliegen en niet veel later zijn mijn paniekaanvallen en hyperventilatie begonnen. Of dat met elkaar te maken heeft weet ik niet, maar het was alsof ik toen pas wakker werd en me echt bewust werd van het leven en hoe snel het eventueel voorbij zou kunnen zijn. Ik werd bang voor alles. Ik ben sindsdien nooit meer in een achtbaan geweest, treinen en bussen zijn niet mijn ding, ik stap niet graag naast iemand in de auto en ik zwoor aan mezelf om nooit meer in een vliegtuig te stappen. Tot vandaag.
Dit wordt een overwinning op allerlei vlakken. Allereerst op grote hoogte zitten (want hoogtevrees). Ten tweede de controle uit handen geven, want ik kan zelf niet ingrijpen. Ook is het een claustrofobisch idee om zo dicht op elkaar te zitten met zóveel mensen in een relatief kleine ruimte met het idee dat je geen kant op kan. Aan de andere kant, waarom zou je uit het vliegtuig willen als je zo hoog zit? Kun je er toch beter in blijven. Ook baal ik er van dat we pas ‘s avonds vliegen. Dan is het donker en kan ik niet in de gaten houden wat er allemaal gebeurt. Als bonus is onze gate B13. OH SHIT, DERTIEN, ONGELUKSGETAL. Normaal ben ik niet zo heel bijgelovig (een klein beetje maar), maar nu wel.
Vanaf het moment dat we boekten was ik heel trots op mezelf en had ik er zelfs zin in. Ik was verbaasd dat ik dit zelf wilde doen, omdat ik mezelf heel graag over mijn vliegangst heen wil zetten en m’n wereld wil verbreden. Nu is dat gevoel wel anders.
De hele week heb ik iedereen die ik tegenkwam gevraagd naar hun ervaringen met vliegen. Dat was best leuk, want van iedereen hoorde ik andere ervaringen. Een collega zei mij dat vliegen ‘net een busreis, maar dan met vleugels’ is. Een andere collega kent mensen die wekelijks of maandelijks vliegen voor hun werk. Ik kreeg van iedereen feitjes, verhalen over hun ervaringen, dingen die ze gehoord hadden en geruststellende betogen over waarom vliegen helemaal niet eng is. Zoals mijn moeder dat altijd zo poëtisch kan verwoorden: “Is er al een vliegtuig op je huis gevallen dan? Nee? Nou, dan blijven ze gewoon in de lucht en hoef je je nergens druk om te maken.” Bedankt, mam. (Overigens heeft ze hier een heel goed punt.)
Al met al is dit mijn laatste zeikblogje over het vooruitkijken naar onze vliegreis (hé hé, eindelijk). Ik ga gewoon zitten en accepteer dat ik er niets meer aan kan veranderen wat er gebeurt. Meer dan dat kan ik ook niet doen. Heel veel mensen zeiden mij dat ik nu bang ben en als we eenmaal in de lucht zijn, ik me afvraag waar ik al die tijd in godsnaam bang voor ben geweest, omdat het allemaal wel meevalt. Ik hoop echt dat zij gelijk hebben, want meerdere mensen hebben dit tegen mij gezegd. Ondanks dat, neem ik toch nog maar even een Valdispertje. Gewoon, voor de zekerheid.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.