Van tegendraads kind naar tegendraads leven
Ik herinner me mezelf altijd als een klein, tegendraads rotkind dat altijd haar zin wilde krijgen. Er is één ding wat ik me nog herinner van de kleuterschool, en dat is het schilderen van knutselwerkje voor vaderdag, namelijk een plankje met daar bovenop een ronde kei geplakt. Het opschrift was ‘je bent een kei van een vader’ en wij moesten die kei dan schilderen. Alle kinderen uit mijn klas maakten een lieveheersbeestje en dat was ook de bedoeling van het hele gebeuren. Ik dacht: “Fok jou, lieveheersbeestje, ik kleur deze kei gewoon in zoals ik zelf wil’. En dat deed ik ook, ik gooide alle kleuren erop, totdat de steen een soort van poepbruine, kotsgroene kleur met wat tinten rood kreeg. De kleuterjuf heeft dat heel erg afgekeurd, maar ik wilde het zo. Mijn vader heeft die kei heel lang op z’n bureau gehad, of hij hem nog steeds heeft weet ik niet. Maar elke keer herinnerde het me aan mijn tegendraadsheid.
Een ander ding was hetgeen ik later wilde worden. Wanneer je een gemiddeld meisje van jonge leeftijd vroeg wat ze wilden worden, zeiden ze allemaal eigenlijk dat ze prinses wilden worden. Ik niet, ik ben van kleins af aan denk ik al een halve vent geweest, want als je mini-Joyce vroeg wat ze wilde worden, zei ik altijd dat ik bakker wilde worden. Waarom? Geen idee.
Toen ik iets ouder was en in groep 5 zat en we met de klas lootjes hadden getrokken voor Sinterklaas, hielpen mijn ouders mij met de surprise en het gedicht. Ik stónd erop dat er onder het gedicht ‘groetjes Joyce’ kwam te staan, in plaats van ‘Sint & Piet’. Los van het feit dat we eigenlijk nooit Sinterklaas vierden thuis (ik heb nooit in die vent geloofd) en dat mijn moeder me zei dat het écht zo hoorde, wilde ik echt dat mijn eigen naam eronder kwam te staan. Toen het moment suprême op school daar was, schaamde ik me kapot want iedereen had ‘groetjes Sint en Piet’ onder hun gedicht staan. Stom, maar weer een gevolg van mijn eigen mening doordrukken en mijn ouders die me mijn zin gaven om me mijn lesje te leren. En terecht, ook. Ze hadden het niet beter aan kunnen pakken.
Op de middelbare school was ik ook al anders dan anderen, omdat ik had bedacht dat ik gothic wilde worden. Huppa, haartjes zwart, veel te veel eyeliner, een veel te lange zwarte jas aan en veel te alto muziek aan. Eigenlijk wilde ik ook nog een neuspiercing (nog steeds) maar mijn moeder verbood het me. Gelukkig voor haar ging mijn gothic-fase snel over in een alto-fase, waardoor ik in ieder geval rustiger aan deed met de eyeliner. Mijn moeder laat nog graag foto’s zien van hoe ik er toen uit zag, dus mocht je interesse hebben, moet je bij haar zijn. Overigens blijft dat altijd wel een beetje in me zitten, want ik vind het prachtig als ik soms jonge meiden zie lopen die eruit zien zoals ik er vroeger uit wilde zien.
Tegenwoordig doe ik het wel rustiger aan met de tegendraadsheid, denk ik. Op m’n tatoeages en muziekkeuze na, ben ik best wel normaal geworden. Niet zo’n modepop-type persoon, maar mijn god, ik moet er ook niet aan denken om de hele week op hakken te lopen en me druk te maken om m’n lipgloss en hoe m’n haar zit. Ik blijf altijd mezelf, waar ik ook ben. Dat probeer ik tenminste.
Jullie zullen wel denken, waar gaat dit verhaal in godsnaam naartoe. Dat zal ik jullie vertellen. Ik heb het gevoel dat ik dingen mijn hele leven al anders doe dan anderen, en dat ik daar nu de dupe van ben. Behalve mijn havo, heb ik verder geen opleiding afgemaakt, terwijl mensen om me heen dat wel hebben gedaan of daar mee bezig zijn. Op 10 maart 2017, werk ik tien jaar (!) bij hetzelfde bedrijf. Ik begon er op mijn zestiende te werken als bijbaantje, en ik werk er nu nog steeds. Ik ben er al lang klaar mee, maar ik kom er maar niet weg.
Vandaag zag ik dat mijn droomhuis te koop staat en toen begon ik na te denken over de toekomst. Ik bezorgde een paar jaar geleden als bijbaantje post in die buurt en was op slag verliefd op dat huis. Ik heb Milan er mee naartoe genomen en het hem superleuke hofje laten zien waar de huizen omheen zijn gebouwd. Milan is wat dat betreft altijd heel meegaand. Hij zegt dat hij het mooi vindt en verder hebben we het er ook niet meer over. Lang verhaal kort: zo’n huis kunnen wij natuurlijk nooit betalen. Als ik een opleiding en een normale baan had, misschien wel.
Afgelopen dinsdag was ik bij een vriendin. Wij kennen elkaar al jaren, hadden elkaar ook al jaren niet meer gezien maar het was als vanouds. Ik vond het leuk om haar weer te spreken en om te zien hoe goed zij het voor elkaar heeft. Ze heeft een leuk huis gekocht met haar vriend en een leuke baan waar ze trots op is en vol enthousiasme over vertelt. Ik ben dan zo blij om te zien dat zij het zo leuk heeft, en ergens vraag ik me dan ook wel eens af waar het bij mij zo fout gegaan is. Uiteraard gaat het bij mij op sociaal vlak vaak al fout. M’n vriendin is supersociaal en toegankelijk, ikzelf ben wat meer gesloten en wat onverschilliger. Maar dat mag de pret niet drukken!
Ik heb nu drie baantjes om m’n hoofd boven water te houden. Ja, het is anders dan hoe andere mensen het doen, maar dit is voor het eerst dat ik het niet leuk vind om anders te zijn dan de rest. Misschien wil ik wel een leuke, uitdagende fulltime baan zodat Milan en ik ooit samen een leuk huis kunnen kopen. Misschien in Zeewolde, misschien ergens anders.
Het werk wat ik nu doe in Amsterdam vind ik hartstikke leuk. Omdat ik uit de horeca kom werk ik meer in de horeca dan achter de receptie, terwijl ik dat liever andersom had gezien. Ik heb dat aangegeven, daar wordt naar geluisterd en daar wordt rekening mee gehouden. Yes, werkervaring! Maar ik weet niet of ik het red om nog heel lang heen en weer te blijven rijden tussen Zeewolde en Amsterdam.
Voor mezelf heb ik bedacht dat ik dit seizoen uit zit, ik een jaar blijf werken in Amsterdam om werkervaring op te doen, maar ondertussen wel zoek naar iets wat vergelijkbaar is qua functie, maar dan fulltime en iets meer in de buurt.
Dus hey, mocht iemand een leuke functie beschikbaar hebben voor me, waar een tegendraads persoon gezocht wordt? Bel me.