Een dier in nood
Hallo lieve lezers,
Ja het is inderdaad lang geleden dat jullie wat van mij gehoord hebben, laten we het een winterslaap in de zomer noemen. Afijn, ik ben er weer en sommige zullen daar blij mee zijn, andere wellicht niet. We shall see.
Om maar even terug te komen op het verhaal, Joyce en ik hebben onze katten aangeleerd om op gezette tijden te eten, dit omdat het handig is dat de katten op die tijden ook daadwerkelijk thuis zijn en dat het voeren makkelijker maakt. Toch gebeurt het helaas wel eens dat ze niet thuis zijn en dan gaan we ze zoeken. Gisteren was dit ook het geval, Nala was niet te vinden. Nu is Nala een katje die binnen een straal van vijf meter om het huis te vinden is… altijd. Bij het rammelen met een bakje, kattensnoepjes en zelfs het openen van een kastdeur, doet Nala op een Hans Kazan-achtige manier op magische wijze tevoorschijn komen. Het niet verschijnen van Nala, liet ons een wat vreemde en onverwachtse ontdekking doen….
Bij het ontbreken van Nala ging ik de straat op, niet verder dan vijf meter van het huis natuurlijk, want verder kon ze toch niet zijn. Ik liep de straat op, mijn oren pikten een vreemd geluid op, een geluid dat mij bekend voorkwam. Een soort geluid dat Nala altijd maakt als ze moet niezen/ hoesten. Het geluid kwam uit de bosjes tegenover het huis. Om nog iets meer tot uw verbeelding te spreken, het was donker op straat, slechts een kleine lantaarn verlichtte de voorkant van de bosjes en deed de binnenkant van de bosjes nog donkerder lijken. Ik stak mijn hoofd in de bosjes en riep Nala, dit werkte niet. Ik maakte een geluid wat door moest gaan voor fluiten, een geluid wat normaliter werkt als de rattenvanger van Hamelen, maar dan voor Nala en niet voor ratten. Ik besloot nogmaals het fluitend geluid te maken, ditmaal had het effect, een lichte streling langs mijn benen en een ultrasone miauw. Nala was er weer. Maar het geluid bleef aanwezig, meerdere ideeën kwamen bij mij op, maar wat het daadwerkelijk was wist ik niet. Ik besloot voor de optie van een dier in nood te gaan en riep de meest dierlievende persoon die ik ken voor hulp bij mijn zoektocht, mijn wederhelft. Ik vertelde Joyce over mijn bevindingen en over de gedachte dat er een dier in nood zou zijn.
Joyce bedacht zich geen seconde en rende met gezwinde spoed naar de bosjes waarin het zich in een penibele situatie bevindende dier zich bevond. Joyce besloot zich in de bosjes te werpen, het donkere deel van het bos, er was geen tijd te verliezen en Joyce haar dierenhart klopte als nooit te voren, (misschien op die ene keer na dat ze Teun voor het eerst zag). Een gigantische brandnetel van zeker een halve meter stond nog tussen Joyce en het dier dat zich in misère bevond. Ze liep door de brandnetel en besloot de pijn te incasseren voor het redden van het dier in trubbels, ze scheen haar lamp door de takken en zag daar het dier waarnaar we opzoek waren. Het resultaat was niet allen voor ons, maar ook voor het inmiddels gevonden dier een letterlijke anti-climax. Het dier wat zich in onheil zou bevinden, bleek namelijk niet één, maar twee dieren te zijn en ze waren niet in nood, maar waren bezig met copulatie, bedvogelen, flensen, figuurzagen, minnekozen ofwel de liefde aan het bedrijven. Dit was niet alleen voor ons weldoeners een anti-climax als wel voor de kleine egeltjes die het beest met de twee ruggen aan het maken waren.
Misschien ligt dit verhaal niet helemaal in lijn met de hype die momenteel gaande is, maar zo af en toe gaat het leven ook door zonder Pokémon. Ja echt waar…