Solliciteren maakt mij een stamelende geit
Afgelopen weken ben ik er op confronterende wijze achter gekomen dat solliciteren voor mij geen tweede natuur is. Integendeel, het is één grote samenvoeging van ongemakkelijkheid en onzekerheid.
Ik zal mezelf nooit omschrijven als een spontaan en toegankelijk persoon, helemaal niet in de eerste ontmoeting met iemand. Ik maak misschien goedbedoelde grapjes om het ijs te breken, maar ik blijf de kat uit de boom kijken. In een sollicitatie zijn deze eigenschappen niet heel handig. Gelukkig weet ik dit al járen van mezelf en heb ik er ook echt aan gewerkt; ik ben misschien ook echt wel wat socialer en toegankelijker geworden dan een aantal jaar geleden. Mijn onverschilligheid is in elk geval aanzienlijk afgenomen! Maar daar gaan we het nu niet over hebben.
Daar waar ik nu werk, heb ik eigenlijk nooit hoeven solliciteren. Ik was 16 en deed niets anders dan klagen over het leven en non-stop emo-rockmuziek luisteren, inclusief bijpassende, zwarte, veel te dikke eyeliner rond mijn ogen. Mijn moeder werd er gek van dat ik hele dagen achter de computer zat en op een gegeven moment gewoon niet meer wist in welke houding ik moest zitten, omdat ik er al zó lang zat. Op sluwe wijze wist ze mij naar de golfclub te lokken. Theo, de werkgever, zei: ‘Heee, kom je solliciteren?’ en duwde een sollicitatieformulier onder mijn neus. Met tegenzin vulde ik deze in, en op die manier had ik mijn eerste baantje te pakken. Daar werk ik nu bijna 10 jaar…
Ik moet toegeven, mijn moeder weet altijd wat het beste voor me is. Ik bloeide op, werd minder verlegen, leerde van mijn fouten, ik leerde met mensen omgaan en van mezelf afbijten. Sommige collega’s werden zelfs vriendinnen voor het leven; ik kon mijn geluk niet op!
Misschien dat ik door bovenstaande ervaring te makkelijk ben gaan denken over solliciteren. Daar komt bij dat ik in het verleden bij een bakker, een krant en als postbezorger heb gewerkt, allemaal sollicitaties die goed uitpakten. Ook werd ik aangenomen bij een supermarkt, maar daar heb ik toen vanaf gezien.
Via via hoorde ik dat een bedrijf op zoek was naar mensen om een administratieve functie te vervullen. Je werkt dan met een soort chatfunctie waarin klanten jou vragen stellen over hun factuur of andere administratieve vragen en die beantwoord je dan. Het klonk mij als muziek in de oren, ik zag mezelf het al helemaal doen! Ik twijfelde geen moment en besloot meteen een brief te sturen. Diezelfde week mocht ik nog op gesprek komen. Ik was een klein beetje zenuwachtig, maar toch dacht ik er heel makkelijk over. De enige voorbereiding die ik had gedaan was het doorlezen van de website van het bedrijf, verder niks.
Ik had een gesprek met twee jongemannen van begin 30. De vragen die ze over het werk stelden vond ik moeilijk en dat zei ik ook eerlijk. (Mijn opa zei altijd ‘eerlijkheid duurt het langst’ en hij is 91 jaar geworden. Dat duurt best lang, 91 jaar, dus hij zal dan wel gelijk hebben gehad.) Ik had moeite met het beantwoorden van de vragen over het werk, maar er werd mij gegarandeerd dat er geen goed of fout antwoord was. De enige vraag die ik wist te beantwoorden was: ‘Wat zou je doen met 1 miljoen pingpongballen?’, verder waren al mijn antwoorden een opsomming van ‘eeh’s’ en ‘uuh’s’ en ‘eeehhm, ja…’ en nog veel meer ongemakkelijkheid en onzekerheid. Het persoonlijke stukje en het gesprek er omheen ging dan, voor mijn gevoel, wel weer goed.
Toen ik eenmaal weer buiten stond na het gesprek, en het op de terugweg in de auto nog allemaal eens in mijn hoofd herhaalde, vond ik mezelf echt een dwaze dodo. Een onzekere, stamelende geit die niet eens kon vertellen waaróm het werk haar leuk leek. Diezelfde dag kreeg ik een mail van het bedrijf met daarin een test met oefenvragen die je eventueel van klanten zou kunnen krijgen. Of ik die wilde beantwoorden en terug wilde sturen. Dat heb ik meteen gedaan en diezelfde week kreeg ik weer een mail, met daarin de vraag of ik op het tweede gesprek wilde komen.
Ik was zó intens gelukkig! Ging het lukken, kon ik eindelijk mijn grenzen verbreden door bij een leuk, jong en sfeervol bedrijf te gaan werken en te doen wat ik leuk vond? Namelijk mezelf al schrijvende uiten en daarmee ook nog mensen helpen en te woord staan op een zo leuk en origineel mogelijke manier? Ik was helemaal enthousiast en had ook oprecht zin in het tweede gesprek.
De dag van het gesprek zat ik te wachten en toen kreeg ik het wel een beetje benauwd. Ik had wederom niks voorbereid en hoopte dat ik niet weer zo stom zou gaan stamelen. Ik had met mezelf afgesproken dat ik rustig zou blijven, zou doen alsof ik superrelaxed was en goed zou nadenken over de antwoorden die ik ging geven. U raadt het misschien al, dat ging niet zo goed als ik hoopte. In mijn hoofd had ik het gesprek al 100 keer gehad en alles verliep soepel en ik wist op elke vraag een antwoord te geven. In het echte leven klap ik dus gewoon dicht en herinner ik me niet eens wat er tien minuten geleden gevraagd is. Ik had serieus een black-out, ik wist het gewoon niet meer. Heel even kwam het in me op om te gaan huilen, maar toen dacht ‘Jezus, doe eens normaal. Je bent geen aandachttrekker, hup, verman jezelf!’ Ik vermande mezelf, maar ik had het gevoel dat ik het echt verkloot had. Misschien dat ik daarom juist deze baan zo graag wilde, omdat ik schrijvend veel sterker ben dan sociaal en hier kon ik dat uiten. Behalve tijdens de sollicitatie dan.
Een dag later kreeg ik een mail met daarin de mededeling dat ik helaas was afgewezen. Het kwam niet volledig als een verrassing, maar jullie mogen best weten dat ik een uur lang aan één stuk door heb zitten janken als een klein kind wat geen snoepje kreeg. Dit was deels omdat ik mezelf echt een achterlijk kind vind en deels omdat ik écht had gehoopt dat ik de baan zou krijgen. Teleurstellingen horen bij het leven en normaal kan ik daar ook vrij goed mee omgaan, maar dit werd me allemaal even te veel. Ik heb veel te dure chocola gekocht bij de supermarkt en voelde me echt belabberd.
Overigens ben ik nog nooit op zo’n positieve manier afgewezen bij een bedrijf. Ik plaats van een standaardmail, kreeg ik een hele uitgebreide mail met een samenvatting van het gesprek en punten waarop ik mezelf kon verbeteren. Ondanks de teleurstelling van de afwijzing, deed dit me echt heel goed. Nu had ik een bevestiging van mijn fouten en kan ik doelgericht gaan werken aan mijn vaardigheden op het gebied van solliciteren.
Wel heb ik nog een mail teruggestuurd. In het eerste gesprek kwam namelijk al naar voren dat ik belangrijke vragen niet goed kon beantwoorden. Waarom was ik dan toch voor een tweede gesprek uitgenodigd? De reden? Ik had de test goed gemaakt. Mijn schrijfstijl viel op een positieve manier op en daarom had ik nog een kans gekregen. Had ik die kans nu maar volledig benut…