Joyce de bio-bitch
Ik ben al een aantal jaar vegetariër en vind dat niet iets om van de daken te schreeuwen, omdat dat een persoonlijke keuze is. De meeste mensen in mijn omgeving weten het onderhand wel en houden daar, waar dat mogelijk is, ook rekening mee en dat vind ik lief. Als ik kennismaak met nieuwe mensen, is het niet zo dat ik ze de hand schud en mezelf voorstel met de zin ‘Hoi, ik ben Joyce en ik eet niets wat ooit gepoept heeft’. Wel een goede ijsbreker, overigens. Behalve dat ik er soms oprecht van kan gruwelen dat men dode dieren eet, ben ik niet het type wat iedereen probeert te overtuigen om ook te stoppen met het eten van vlees. Overigens zijn er wel mensen die mij proberen te overtuigen om wel weer vlees te gaan eten door quasi overdreven voor mijn neus een halve kip weg te kluiven. Of dan zegt men dingen als ‘Nou, ik zou een kroket niet kunnen missen, hoor’, of ‘Die gehaktbal uit de jus kan ik echt niet laten liggen’. Lekker boeiend wat jij wel of niet kan, denk ik dan. Mij zie je niet zwaaien met foto’s van allerlei ellende wat de dieren door moeten maken. Ik denk namelijk dat de meeste mensen dat wel weten. Ieder z’n keuze.
Het ergste vind ik de eeuwige discussies over het wel of niet eten van vlees. Omdat ik in de horeca werk, eet ik in het hoogseizoen vijf dagen per week op m’n werk. Niets mis mee, maar we wisselen nog wel eens van collega’s en helemaal ‘s zomers komen er veel hulpkrachten om de hoek kijken. Als iedereen dan tijdens de pauze een biefstuk, schnitzel of kippenpoot voorgeschoteld krijgt, valt het altijd op dat ik aan kom zetten met een salade, of een bord vol met groenten en eventueel een groenteburger. En ja, elke zomer weer volgt dan de discussie over vlees eten. Dat wij mensen gemaakt zijn om vlees te eten want we hebben snijtanden enzovoort, enzovoort.
Tijdens zulke discussies laat ik vaak ook maar weg dat ik thuis over het algemeen kook met biologische producten en alles zo duurzaam en diervriendelijk mogelijk inkoop. Eigenlijk ben ik echt een bio-bitch, aldus een collega, toen ik met mijn gevlochten, biologische boodschappentas op het werk aan kwam.
Afgelopen zondag heb ik de documentaire Cowspiracy gezien, en dat heeft me echt heel veel gedaan. Ik heb gehuild van ellende, maar dat kan ook door mijn herfstdepressie komen. De dag er na besloot ik spontaan vegan te worden. Veganistisch, voor de normale mens, maar ik vind dat daar een negatieve klank aanhangt. Na het zien van die documentaire was ik echt in ethische strijd met mezelf, en kan ik echt even niets meer eten waar melk of ei in zit.
M’n omgeving reageert iets minder positief. Milan vindt het allemaal wel prima, die kent mij onderhand wel, en weet dat ik het toch wel doe als ik echt ergens voor sta. Mijn jongste zusje kan alleen maar met haar ogen rollen als ik weer met zoiets aankom, en mijn collega’s vinden dat ik doordraai. ‘Ja maar Joyce, dan kun je nooit meer de salade geitenkaas eten die je hier altijd maakt! Hoe moet dat nou?’, was de reactie van een collega.
Al met al eet ik vanavond gewoon zelfgemaakte bladerdeegdingetjes, en dat wordt echt fantastisch lekker, ondanks dat het allemaal plantaardig is! Ook kun je alles vervangen, waar nodig. Er bestaat plantaardige chocomelk, plantaardige margarine, plantaardige kookroom, zelfs plantaardige slagroom heb ik voorbij zien komen! Eigenlijk is dat een win-winsituatie. Ik blij want ik ben goed bezig voor de dieren, en de dieren blij omdat de wereld dankzij mij weer een klein ieniemini stukje beter wordt. Alle kleine beetjes helpen, toch?